Tulpomanie

TULPEN UIT TURKIJE: DIE KOMEN UIT TURKIJE?

Wat is er Hollandser dan tulpen, molens en Delfts blauw? Toch zijn de molens ooit bedacht in het oude Perzië, is Delfts blauw van oorsprong een imitatie van het Chinese blauwe porselein en de tulpen? Die komen uit Turkije.

In de 17de eeuw waren de Turkse sultans verzot op de tulpen. De uit de vlakte van Mongolië overgewaaide bloem heette in het Turks ‘lale’, maar werd meestal ’tulipan’ genoemd vanwege de vorm die sterk deed denken aan de toen gedragen tulband. Zo zijn wij aan de naam ’tulp’ gekomen.

De sultans organiseerden enorme feesten als de tulpen in bloei stonden. In de tuinen werden lange rijen vazen met tulpen gezet. In kooien kwinkeleerden nachtegalen. Er werd vuurwerk afgestoken en muziek gemaakt. Danseressen in hun mooiste kleren trippelden tussen de tulpen. Het is dan ook te begrijpen dat een sultan geen mooier cadeau kon bedenken dan een pakketje bollen voor een gezant uit Oostenrijk.

Via de geleerde Carolus Clusius, die bezig was met het aanleggen van een hortus voor de universiteit van Leiden, werden de tulpen in Nederland geïntroduceerd.

TULPOMANIE

De tulp viel in Nederland bijzonder in de smaak. Welgestelde liefhebbers kochten van de bloemisten (kwekers)  bollen om die op hun buitenplaatsen of in de tuinen van hun grachtenhuizen te planten. Weldra probeerde iedereen een tulp voor zijn tuintje te bemachtigen. Men kon kiezen uit ‘ducken‘ (rode tulpen met een gele rand, of rode of roze op een witte ondergrond die rozen werden genoemd), ‘bizarren (rood op een gele ondergrond) of ‘violetten (lila of purper op wit). Maar het meest geliefd waren de soorten met vreemd gevormde vlammen.

Men wist toen nog niet dat die grillige gevormde kleuren een gevolg waren van een ernstig verzwakkend virus. Net als nu kregen de gekweekte soorten namen. Soms naar de eigenaar of diens functie: de ‘generael’ of de ‘admirael’ of naar de plaats van herkomst, de kweker of een Griekse godin. Tulpen werden een rage. Geen tuin was compleet zonder één of meer tulpen. De prijzen schoten omhoog. Zakenlieden zagen hun kans en men begon tulpenbollen, die nog in de grond zaten, op papier door te verkopen. In deze termijnhandel gingen de papieren van hand tot hand met telkens weer winst terwijl de steeds kostbaarder bollen in de koude grond rustten. De handel liep uit op een gekte, die zijn weerga in de Nederlandse geschiedenis niet kent. De anders zo zuinige en spaarzame Hollanders lieten zich gek maken door de verhalen over de geweldige winsten die de ronde deden. Vooral zeldzame gevlamde exemplaren brachten gigantische prijzen op. Een bekend verhaal is dat van de Alkmaarse kastelein Wouter Winkel die voordelig een pakket bollen had gekocht waarvan hij hoopte deze met grote winst te verkopen. Helaas overleden Winkel en zijn vrouw voordat winst kon worden opgestreken. Zijn zeven kinderen belandden in het weeshuis.

Toen de weesvaders van de bollen hoorden pakten ze de zaken groot aan. Er werd een prachtige catalogus gemaakt waarin de tulpen stuk voor stuk werden afgebeeld in de juiste kleuren. Er werd een veiling georganiseerd en van heinde en ver kwamen de kooplustigen. Het pakketje bollen bracht het voor die tijd gigantische bedrag op van ƒ 90.000,-, naar onze tijd vertaald zou dat betekenen vele miljoenen. De wezen waren in één klap gezeten burgers en het weeshuis voer er wel bij. Kort daarop stortte de handel in met als gevolg dat velen grote verliezen leden en vaak zelfs failliet gingen. De tulp werd weer een kostbare maar voor de liefhebbers betaalbare bloem.

Menu